Lezen en foutloos schrijven zijn belangrijk om deel te nemen aan de samenleving. We communiceren voortdurend via geschreven taal.
Mensen met dyslexie staan voor grote uitdagingen in hun loopbaan: eerst op school en later in hun werk. Door hun problemen met de geschreven taal kiezen zij vaak voor een lager opleidingsniveau dan past bij hun denkniveau. Zij komen hierdoor vaak niet tot hun recht.
Dyslexiehulpmiddelen zijn voor hen een belangrijk instrument om deze beperkingen te overbruggen. Maar dat kan alleen als het hulpmiddel goed wordt ingezet. Hiervoor is hulp nodig van alle betrokken partijen; de personen met dyslexie en hun naasten, de dyslexiedeskundige, de school- of werkomgeving en de leveranciers van de dyslexiehulpmiddelen en de content.
Goed gebruik van het hulpmiddel gaat immers niet vanzelf.
Een methodiek geeft je houvast om een bepaald doel te bereiken door het aanbieden van methodes, procedures en ondersteunende tools. Je zou ook kunnen zeggen dat het een leidraad is om een bepaald doel te bereiken. Het doel van de methodiek COM is dat dyslexiehulpmiddelen succesvol gebruikt worden. Een dyslexiehulpmiddel is écht een middel is dat ‘helpt’. Dat wil zeggen dat het hulpmiddel ervoor zorgt dat personen met dyslexie in hun kracht gezet worden zodat ze thuis, op school en op het werk optimaal kunnen functioneren. Op die manier kunnen personen met dyslexie hun talenten laten zien. Dit doel wordt bereikt door:
- Verbeteren en versterken van de samenwerking tussen alle partijen
- Creëren van bewustwording
- Vergroten van aandacht en acceptatie voor dyslexiehulpmiddelen
- Verbeteren van het gebruik van deze hulpmiddelen
In deze methodiek om dyslexiehulpmiddelen succesvol in te zetten, staat samenwerking centraal. Alle betrokkenen werken samen met elkaar zodat de persoon met dyslexie met het hulpmiddel beter kan functioneren thuis, op school en/of op het werk. Het gaat om samenwerking tussen de persoon met het hulpmiddel, zijn ouders, de schoolomgeving (de docent, de mentor, de schoolleiding, …) en de dyslexiedeskundige . De dyslexiedeskundige kan een zorgprofessional (behandelaar, logopedist, ergotherapeut, …) of een onderwijsprofessional (IB-er, zorgcoördinator, …) zijn die expertise heeft over deze methodiek en over dyslexiehulpmiddelen. Deze dyslexiedeskundige heeft in de methodiek een centrale rol. Andere partijen die een rol spelen zijn de leveranciers (van het hulpmiddel en van de content) en de werkomgeving. In de methodiek staan de verantwoordelijkheden van iedereen beschreven.
Deze methodiek beschrijft de stappen die alle betrokkenen samen moeten zetten om dyslexiehulpmiddelen succesvol in te zetten. Dat stappenplan biedt houvast en geeft richting om samen het doel te bereiken. Wanneer een persoon voor het eerst start met een hulpmiddel, doorloop je samen de fases instructie, gebruik en evaluatie. Daarna blijft dit proces zich herhalen. Uit elke evaluatie kunnen weer nieuwe vragen rondom instructie komen en nieuwe contexten, situaties en activiteiten waarin het hulpmiddel gebruikt zal worden.
Op deze website vind je alles wat nodig is om de methodiek COM toe te passen in de praktijk.
De methodiek COM is ontwikkeld in de periode 2015 – 2017 door Zuyd Hogeschool als Raak-MKB project met subsidiegelden van Stichting Innovatie Alliantie. De naam COM staat voor ‘Communicatie –en dyslexiehulpmiddelen Op Maat’. Het project richtte zich op het succesvol gebruik van communicatie ondersteunende hulpmiddelen en dyslexiehulpmiddelen. Het resulteerde in de websites www.communicatiehulpmiddelen.com en www.dyslexiehulpmiddelen.com.
De werkwijze COM is in 2017 geaccepteerd door vertegenwoordigers van het werkveld.
Doelstelling van dit project was het gebruik van dyslexiehulpmiddelen te bevorderen. Door:
- het ontwikkelen van een stappenplan; de methodiek COM
- het oprichten van deze website waarop alle betrokkenen:
- alle materialen van de de methodiek COM vinden
- hulpmiddelen kunnen zoeken
- nieuws en actualiteit omtrent dyslexiehulpmiddelen kunnen vinden
COM of ‘Communiceer’ verwijst weer naar de kracht van samenwerking en communicatie tussen alle betrokken partijen.
De methodiek COM is ontwikkeld op basis van de uitkomsten van:
- groepsinterviews
- een-op-een interviews
- dossierstudies
- literatuurstudies
Leveranciers, leerkrachten logopedisten, ergotherapeuten, ouders, partners, vrienden en eindgebruikers van dyslexiehulpmiddelen hebben hieraan meegedaan.
De knelpunten die uit deze studie naar boven kwamen zijn:
- Er is te weinig ondersteuning bij het inzetten van dyslexiehulpmiddelen.
- Leveranciers en professionals spreken vaak een andere taal waardoor er niet optimaal wordt samengewerkt.
- Niet alle professionals hebben de benodigde kennis en vaardigheden.
- De school- of werkomgeving weet niet altijd goed hoe het hulpmiddel werkt en hoe het gebruikt kan worden in het dagelijks leven. Hierdoor kan er zelfs weerstand ontstaan m.b.t. het gebruik van het dyslexiehulpmiddel.
- Dyslexiehulpmiddelen komen nauwelijks aan de orde in de opleiding van professionals. Professionals denken daarom niet snel aan een dyslexiehulpmiddel als oplossing.
Hierdoor worden de dyslexiehulpmiddelen niet of onvolledig gebruikt. Dit betekent dat de personen met dyslexie zich niet optimaal kunnen ontplooien.
De werkwijze beschrijft welke stappen genomen moeten worden in de fases:
- levering en instructie,
- gebruik en
- evaluatie en nazorg.
De samenwerking tussen alle betrokkenen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. Hiervoor zijn er materialen ontwikkeld. Zij zijn gratis beschikbaar op deze website.
Het COM project werd afgerond met een product- en procesevaluatie.
De onderzoeksgegevens zijn beschikbaar via de projectgroep. De contactgegevens staan onderaan deze website.
Door wie?
Vertegenwoordigers van alle betrokken partijen hebben meegewerkt aan de ontwikkeling en vormgeving van de werkwijze COM en de bijbehorende producten.
Auteurs
Ruth Dalemans (Hogeschool Zuyd, EIZT), Edith Hagedoren (Hogeschool Zuyd, EIZT), Uta Roentgen (Hogeschool Zuyd, EIZT), Katrien Horions (Hogeschool Zuyd)
Stuurgroep
Ruth Dalemans (Zuyd), Edith Hagedoren (Zuyd), Yvonne Heerkens (HAN), Katrien Horions (Zuyd), Harry Kleintjes (Lexima), Peter Ossenkoppele (RdGKompagne), Uta Roentgen (Zuyd), Hans van Balkom (Milo, Leerstoel OC), Mathieu van de Water (Woordhelder), Luc de Witte (Zuyd), Swanet Woldhuis (Stichting Balans)
Klankbord- en werkgroepen
Harry Kleintjens, Suzan Ramakers (Lexima), Mathieu van de Water (Woordhelder), Rudolf Mulder en Dieuwke Mulder (Visiria), Ingrid Schorsch (Egovici), Mieke Urff (Dedicon), Luc Smeets, Johan de Kelver (Adelante), Jos Smeets (Amalexis), Gertie de Rhee, Eveline Krikhaar (Expertisecentrum nederlands), Anja Stroet (Ergotherapie Nederland), Dennis Arnold (Ergotherapie Nederland), Marijse Pel, Swanet Woldhuis (Stichting Balans), Tanja de Gelder (NVLF), Bart Noe (Jabbla), Joost de Beer (HAN)
Studenten
Julia Baurmann (Logopedie Zuyd), Carolin Billmann (Logopedie Zuyd), Hub Dijkstra (Ergotherapie Zuyd), Rimar van Emmerik (CMD Zuyd), Lara Gohmann (Logopedie Zuyd), Bas Heil (CMD Zuyd), Julia Jansen (Video Specialist Arcus), Raphael Janssen (Logopedie Zuyd), Linda Knarren (Logopedie Zuyd), Michelle van de Klundert (Logopedie Fontys), Rik Lamers (CMD Zuyd), Nora Miessen (Logopedie Zuyd), Patrick Moenen (Ergotherapie Zuyd), Sebastiaan Mohr (Video Specialist Arcus), Klara Rijs (Logopedie Zuyd), Mike Sauer (Video Specialist Arcus), Joey Smeets (Video Specialist Arcus), Jordy Stofberg (Video Specialist Arcus), Shuren Thewissen (Video Specialist Arcus), Nikolai Tubic (Video Specialist Arcus), Pascal Tummers (Video Specialist Arcus), Nina van den Broek (Logopedie Zuyd), Noor van de Veerdonk (Logopedie Fontys), Connor Wolters (Video Specialist Arcus)
Realisatie
Webdesign, technische ontwikkeling en programmering: Mediamens BV, Sittard-Amsterdam
De werkwijze COM en het digitale platform is innovatief en met zorg en oog voor creativiteit ontwikkeld. Heb je een goed idee om de site nog beter te maken? Neem dan contact op met de webbeheerder. Wij nodigen u graag uit om feedback en nieuwe ontwikkelingen met ons te delen. Samen sterker en samen beter.
Wij bedanken iedereen die deelgenomen heeft aan onze out-of-the-boxmeetings, (focusgroep-)interviews, mini-cases, pilot van de werkwijze, …. Zonder jullie openheid, actieve bijdrage en kritische blik zou de werkwijze COM niet zijn wat ze nu is. Bedankt!
Tijdens het project COM zijn droombeelden van zowel personen met dyslexie als de personen beroepsmatig betrokken zijn bij de inzet van hulpmiddelen verzameld. De droombeelden worden onderverdeeld in de fasen levering en instructie, gebruik, evaluatie en nazorg.
Fase van levering en instructie
In deze fase onderscheidt men 6 belangrijke subthema`s :
- De levertijd.
- De rol van de leverancier,
- De procedure,
- Het instructiemateriaal,
- De rol van de dyslexideskundige,
- De vergoeding,
In de gesprekken met de stakeholders wordt het belang van een korte levertijd aangegeven en dit in functie van de motivatie. De leverancier heeft een rol bij de installatie door een eenvoudige installatieprocedure aan te bieden of ondersteuning te bieden bij dit proces. De leverancier moet vlot bereikbaarheid zijn.
In de procedure moeten de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van professionals en gebruikers helder zijn. Training en instructie van het hulpmiddel zijn essentieel. Bij kinderen moeten ouders (verzorgers) ook scholing en instructie krijgen. Medeleerlingen kunnen binnen de instructiefase een rol krijgen. Deze ondersteuning is laagdrempelig en er ontstaat spontaan lotgenotencontact.
Instructie van het dyslexiehulpmiddel moet gedoseerd aangeboden worden. Suggesties voor instructiemateriaal zijn: forum met tips, ouderavond over de hulpmiddelen, FAQ’s, cursus, coaching, helpdesk, nieuwsbrieven. Het aanbieden van instructiefilmpjes wordt sterk benadrukt, vooral omdat deze werkvorm geen beroep doet op de leesvaardigheid.
Binnen de dyslexiebehandeling moet een module over dyslexiehulpmiddelen ingebouwd worden. De dyslexiedeskundige heeft dus niet alleen een belangrijke rol in de voorlichting en het begeleiden van het selectieproces maar ook bij de instructie en de training van het dyslexiehulpmiddel.
Ook in deze fase stipt men de noodzaak aan vergoeding aan. Deze regeling zou niet enkel het dyslexiehulpmiddel zelf moeten betreffen maar tevens de indicatiestelling en de ondersteuning bij het in gebruik nemen van het hulpmiddel.
Fase van gebruik
Binnen deze fase komen er 9 subthema's naar boven:
- De bewustwording en mentaliteitsverandering van school- en werkomgeving
- Het schoolbeleid
- Wettelijke regelingen
- De inhoud van het compenserend dyslexiehulpmiddel.
- Het belang van een goede samenwerking,
- Het belang van persoonlijke winst door het gebruik van het hulpmiddel.
- De eisen aan het hulpmiddel,
- De rol van de eindgebruiker hierbij,
- De rol van de directe omgeving,
- De rol van de dyslexiedeskundige,
School- en werkomgeving moeten zich ervan bewust worden wat dyslexie en dyslexiehulpmiddelen inhouden. Vooral bij docenten is een mentaliteitsverandering noodzakelijk. Leerlingen ervaren immers vaak achterdocht bij docenten. Dit zou bereikt kunnen worden door voorlichting te geven aan alle docenten én aan docenten in opleiding. ‘Wat is dyslexie?’, ‘Wat doet een dyslexiehulpmiddel?’, ‘Hoe lever je documenten aan?’, ‘Hoe beveilig je toetsen?’ zijn topics die in deze voorlichting aan bod moeten komen. Naast docenten en leidinggevenden moeten ook medeleerlingen en collega’s geïnformeerd worden. De persoon met dyslexie zelf zou hier ook weer een rol kunnen spelen.
De school moet een transparant dyslexiebeleid hebben met inbedding van dyslexiehulpmiddelen en aandacht voor toetsing binnen wettelijke kaders. Dit beleid moet door alle docenten in de praktijk toegepast worden. Wettelijke regelingen moeten helder zijn en voor alle partijen toegankelijk. Eisen voor de schoolomgeving die worden aangegeven, zijn logistieke ondersteuning en afspraken over laptopgebruik.
Het beschikbaar zijn van content vormt een probleem. Er moeten afspraken gemaakt worden over de verantwoordelijkheden met betrekking tot de content, de betaling ervan en over de controle op de bruikbaarheid van de ter beschikking gestelde content. Dit dient te gebeuren op micro- en macroniveau.
Ook in deze fase is samenwerking essentieel. Op school dient er een aanspreekpunt te zijn voor dyslexie/dyslexiehulpmiddelen en tevens iemand voor ICT-ondersteuning. Hier kunnen zowel leerlingen als docenten terecht met vragen. Ouders hebben een stimulerende en ondersteunende rol .
Men moet oog hebben voor belastbaarheid en mogelijkheden van ouders. Ook de dyslexiedeskundige heeft hierin een rol.
Er moet ingezet worden op zelfstandigheid en het empoweren van de persoon met dyslexie. Basiskennis van en affiniteit met computergebruik bij personen met dyslexie, hun ouders en docenten blijken een voorwaarde tot succesvol gebruik te zijn. Als persoonlijke winst door gebruik van het hulpmiddel worden zelfstandigheid, betere schoolprestaties, psychisch welbevinden en tijdswinst genoemd.
Om dit te bereiken, stellen eindgebruikers volgende eisen aan hun dyslexiehulpmiddel: eenvoudig gebruik, beschikbaar zijn van meerdere functionaliteiten, bruikbaarheid op meerdere devices en plaatsen, compatibiliteit met systemen eigen werk-, school- en praktijksystemen.
Fase van evaluatie en nazorg
Binnen deze fase van de procesbeschrijving hulpmiddelenzorg komen 6 belangrijke subthema`s naar voren die in grote mate ook terugkomen bij de voorgaande fasen:
- De vergoeding
- De evaluatieprocedure
- De evaluatie inhoud
- Het belang van samenwerken
- De rol van de leverancier
- De rol van de dyslexiedeskundige
In het proces van nazorg en evaluatie geeft men de dyslexiedeskundige een centrale rol. Zij dient het hele proces te volgen en dit gedurende de volledige (school)loopbaan. Het gaat dan om evalueren en follow-up, vragen beantwoorden en feedback geven. Follow-upsessies dienen plaats te vinden bij belangrijke veranderingen en/of mijlpalen (vb. schoolverandering, eerste job). Deze nazorgsessies dienen vergoed te worden.
De evaluatie van het gebruik van het hulpmiddel moet vormgegeven worden in overlegmomenten waarbij alle betrokkenen aanwezig zijn. Zo kan een goede samenwerking tussen leerling, ouders, klasmentor, zorgcoördinator/aanspreekpunt op school en de dyslexiedeskundige bereikt worden.
Tijdens deze evaluatiegesprekken moeten de individuele en vooraf gestelde doelen geëvalueerd worden aan de hand van het handelingsplan. Volgende evaluatie-inhoud moet aan bod komen: het al dan niet voldoen van het dyslexiehulpmiddel aan de behoeften, inventariseren van de gebruikte/wenselijke functies van het hulpmiddel, technische aspecten, logistieke ondersteuning, ervaring met individuele docenten, tevredenheid en welbevinden.
Belangrijk voor scholen is, dat men naast de individuele evaluaties per leerling ook een procedure voorziet om op schoolniveau het beleidsplan en toepassing daarvan te evalueren.
Wat betreft de nazorg door de leverancier geven eindgebruikers aan persoonlijk contact (‘een belletje’) meer te appreciëren dan een vragenlijst om in te vullen. Wel wordt het belang van een onafhankelijke, uniforme enquête aangegeven voor alle dyslexiehulpmiddelen en leveranciers.
In 2020 is de methodiek COM en de website www.dyslexiehulpmiddelen.com verder ontwikkeld binnen het Stimuleringsprogramma Aanpak Dyslexie (2017-2021) en is de website gekoppeld met www.dyslexiecentraal.nl.
Samenstelling van de werkgroep:
Katrien Horions - projectleider (Zuyd Hogeschool), Edith Hagedoren (Zuyd Hogeschool), Annette Roetenberg (Lexima B.V.), Jos Smeets (technischemaatjes.nl), Mieke Urff (Stichting Dedicon), Christel Dood (Expertisecentrum Nederlands)
ZUYD
Expertise centrum Innovatieve Zorg en Technologie
Lectoraat Ondersteunende Technologie in de Zorg | Lectoraat Autonomie en Participatie
POSTBUS 550, 6400 AN Heerlen
Nieuw Eyckholt 300, 6419 DJ Heerlen
info@dyslexiecentraal.nl
www.zuyd.nl - https://zorginnovatie.nl/partners/eizt - www.dyslexiecentraal.nl